Dutch-Portuguese translations for zullen

• ir
  Quem irá estipulá-los e de que forma? Door wie en hoe zullen die worden bepaald?
  Veremos como as coisas irão decorrer. We zullen zien hoe deze zaken zich zullen ontwikkelen.
  Os empregos e a riqueza passarão a fluir. De banen en de welvaart zullen ons toestromen.

Related words

• zou/zouden (past tense of zullen
• de laatsten zullen de eersten zijn
• wij zullen dat varkentje wel eens wassen