Dutch-Spanish translations for agent

• agente
  No sabemos nada más, no tenemos agentes secretos. We hebben geen idee. We hebben geen geheim agenten.
  Todos sabemos que, por lo visto, es un agente del servicio secreto alemán. Wij weten allemaal dat hij blijkbaar een agent van de Duitse geheime dienst is.
  Se han producido entregas ilegales por parte de agentes estadounidenses. Er zijn illegale uitleveringen geweest door Amerikaanse agenten.
• agente de policía
• policía
  En Italia, por ejemplo, dos agentes de la policía de finanzas fueron asesinados. In Italië bijvoorbeeld zijn zelfs twee agenten van de Guardia di Finanza vermoord.
  El resultado: siete muertes (seis coptos y un policía). Gevolg: zeven doden (zes koptische christenen en een politieagent).
  Imagínense que agentes de policía se han atrevido incluso a disparar con fuego real sobre solicitantes de asilo. Stelt u zich eens voor dat politieagenten het zelfs gewaagd hebben om met echte kogels op asielzoekers te schieten!

Related words

• invalidenwagentje
• magenta
• winkelwagentje
• politieagent
• politieagente
• agente
• dubbelagent
• agentschap
• publiciteitsagent