Dutch-Spanish translations for architecte

• arquitecta
  Déjenme terminar con una observación personal: el jueves, cuando votemos el presupuesto, se habrá cumplido un año del fallecimiento de Loyola de Palacio -la arquitecta de este gran proyecto europeo-. Tot slot een persoonlijke opmerking: donderdag, wanneer we over de begroting stemmen, is het één jaar geleden dat Loyola de Palacio - de architecte van dit grote Europese programma - is overleden.
• arquitecto
  Se han presentado dos enmiendas más relativas a los arquitectos irlandeses. Er zijn nog twee amendementen met betrekking tot de Ierse architecten.
  Doy las gracias a los arquitectos detrás de la cumbre, ésta me abrió los ojos. Dank u, mijnheer de architecten van de Top, het was een revelatie.
  Necesitamos médicos, arquitectos y gente que palíe el dolor del drama. We hebben artsen nodig, architecten en mensen die de pijn van de tragedie verzachten.

Related words

• architect
• landschapsarchitectuur
• architectuur
• tuinarchitect
• architectonisch
• binnenhuisarchitect
• aartsarchitect
• onderwijsarchitect
• computerarchitectuur