Dutch-Spanish translations for bedrijf

• empresa
  En 1992 yo puse en marcha una pequeña empresa. Ik heb in 1992 een klein bedrijf opgericht.
  A pesar de ello, la empresa no se ha podido salvar. Desalniettemin heeft het bedrijf het niet gered.
  ¿Crown Resources es una empresa rusa? Is Crown Resources een Russisch bedrijf?
• acto
  Segundo acto: Se acerca el momento de la conclusión de la unión aduanera. Tweede bedrijf: de stemming over de douane-unie komt dichterbij.
  Tercer acto: Se aprueba la unión aduanera y ¿qué sucede? Derde bedrijf: de douane-unie is goedgekeurd. Wat gebeurt er nu?
  Primer acto: El Parlamento Europeo como gigante. Eerste bedrijf: het Europees Parlement als reus.

Related words

• bedrijfseconomie
• bouwbedrijf
• bedrijfs-
• wanbedrijf
• dochterbedrijf
• bosbedrijf
• moederbedrijf
• staalbedrijf
• bedrijfsspionage