Dutch-Spanish translations for communicatie

• comunicación
  En comunicación, menos es más. Bij communicatie geldt dat beter werkt.
  Esta comunicación tiene que ser gratuita. Deze communicatie moet vrij zijn.
  El primer punto es la comunicación. Het eerste punt betreft de communicatie.
• discurso
  Escuché con atención el discurso de la señora Haug y el del señor Lewandowski, que estaba especialmente orientado a la comunicación. Ik heb aandachtig geluisterd naar de interventie van mevrouw Haug en die van de heer Lewandowski, die meer in het bijzonder op communicatie was gericht.

Related words

• excommunicatie
• communicatiemiddel
• mond-tot-mondcommunicatie
• communicatiepoort
• datacommunicatie
• telecommunicatietoren
• communicatiekunde
• metacommunicatie
• telecommunicatie