Dutch-Spanish translations for hebben

haberLa gente tiene razón cuando afirma que el procedimiento debería haber sido mejor. We hebben behoefte aan een betere besluitvorming. Deberíamos haber superado esta etapa. We zouden deze fase achter ons gelaten moeten hebben. Parece haber malinterpretado este asunto. Hij schijnt dit verkeerd begrepen te hebben.
tenerEs un aspecto que debemos tener en cuenta. Daarvoor hebben wij geen tijd. De hecho podemos tener cinco puntos. We kunnen immers vijf punten hebben.Hemos de tener una única fecha de comienzo. We moeten één startdatum hebben.

poseerLas mujeres tienen derecho a poseer bienes, heredar, votar y divorciarse. Vrouwen hebben het recht op eigen bezittingen en om te erven, te stemmen en te scheiden. En nuestras orientaciones presupuestarias pedimos una evaluación precisa de las necesidades de personal y de la capacidad de acción que ésta creía poseer con el personal existente. We hebben kunnen constateren dat u met betrekking tot deze twee punten niet echt tot medewerking bereid was. La ETF debería poseer el mandato y los recursos para dar respuesta a esas demandas. De ETF zou het mandaat en de middelen moeten hebben om op dergelijke vragen in te spelen.
tener sexo

Dictionary