Dutch-Spanish translations for mobiel

• celular
  Las personas hacen cada vez mayor uso de los teléfonos móviles; los padres compran teléfonos móviles a sus hijos; muchas personas se están cambiando a la telefonía celular. Mensen stappen over op mobiele telefoons. Ik hoop dan ook dat de Commissie rekening zal houden met een aantal van deze amendementen.
  A mí al menos ya no me entusiasma meramente pedir divertidas imágenes para mi teléfono celular. Alleen het oproepen van grappige plaatjes op de mobiele telefoon interesseert mij in ieder geval niet meer.
• movible
• móvil
  La población es también más móvil. De bevolking wordt ook steeds mobieler.
  Esta persona es una fuente móvil de información y un objetivo de esta. Hij is een mobiele bron en een mobiel doel van informatie.
  Asunto: Tarifas de terminación móvil Betreft: Mobiele terminatietarieven

Related words

• mobieltje
• automobiel
• pausmobiel
• scootmobiel
• velomobiel
• luchtmobiel
• brommobiel
• automobiel-
• mobiele telefoon