Dutch-Spanish translations for nomenclatuur

• nomenclatura
  La segunda parte de la votación se refiere a la nomenclatura. Het tweede onderdeel van de stemming betreft de nomenclatuur.
  Nomenclatura de Unidades Territoriales Estadísticas (NUTS) Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS)
  Nomenclatura estadística de actividades económicas en la CE (versión codificada) ( Statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de EG (gecodificeerde versie) (

Related words

• nomen
• fenomenologisch
• vooringenomen
• vooringenomenheid
• ondernomen
• ingenomen
• zelfingenomenheid
• zelfingenomen
• fenomenaal