Dutch-Spanish translations for opleggen

• imponer
  Los Estados miembros también pueden imponer multas. De lidstaten kunnen ook boetes opleggen.
  Ningún país puede imponer su sistema sobre el de los demás. Geen enkel land mag zijn systeem aan een ander land opleggen.
  imponer un régimen de responsabilidad estricta para los productores. het opleggen van een strikte verantwoordelijkheid aan de producenten.
• acensar
• acensuar
• gravar
  Los Estados miembros de la UE deben financiarse a sí mismos y no gravar a sus vecinos. De lidstaten van de EU moeten zichzelf financieren en niet de buurlanden belastingen opleggen.

Related words

• een vliegverbod opleggen
• iemand het zwijgen opleggen
• het zwijgen opleggen
• beperkingen opleggen aan
• iemand een spreekverbod opleggen