Dutch-Spanish translations for wedden

• apostar
  Creo que somos eficaces, pero no puedo apostar por ello. Ik denk dat we doeltreffend handelen, maar ik wil er niet om wedden.
  ¿Alguien quiere apostarse conmigo a que no serán 12 años seguidos, ni quizá 13 o 14? Is er iemand die met mij wil wedden dat het niet twaalf, of misschien dertien of veertien jaar achtereen wordt?
  Apostaría a que en todos nuestros países tenemos ciudadanos de los Estados miembros en situaciones poco claras. Ik durf te wedden dat er in al onze lidstaten burgers zijn die in onduidelijke omstandigheden verkeren.
• especular

Related words

• weddenschap
• verwedden
• iets verwedden