English-Dutch translations for boat

• boot
  De vissers hadden een boot gereedgemaakt, maar de wetenschappers wilden er niet in plaatsnemen. They prepared a boat for them and they would not even go out in the boat.
  Heeft de kustwacht hun boot tegengehouden? Did coastguards hamper the boats' journey?
  De boot is volgens de agenda een Nederlandse boot. According to the agenda, the boat is Dutch.
• schip
  En een oud schip is een gevaarlijk schip. An old boat, however, is a dangerous boat.
  De beperkingen golden uitsluitend het schip. It is the boat that cannot go wherever it wants to.
  Waarom komt een vaartuig van 12 meter wel in aanmerking voor subsidies en een schip van 13 meter niet? Why can a boat 12 metres long receive funding, while a boat of 13 metres cannot?
• varen
  Ik herhaal dat we allemaal in één schuitje varen en gezamenlijk verantwoordelijk zijn. Let me repeat that we are all in the same boat and share responsibility.
  Het lawaai als gevolg van de verplaatsing van water door snelle boten die voorbij varen moet ook niet onderschat worden. Nor must we underestimate the noise generated when the water is displaced by boats travelling at high speed.
  Er vindt geen grotere uitwisseling van water plaats en met name op de meren varen bijzonder veel boten.Nowhere else is the exchange of pollutants so great. It is precisely on lakes that the density of boats is often particularly high.

Related words

• sailboat
• tugboat
• motorboat
• boatman
• boater
• U-boat
• boathouse
• houseboat
• lifeboat