English-Dutch translations for employee

• medewerker
  Laat uw medewerkers de rechtsbesluiten maar tellen. Ik belast mijn medewerkers daar niet mee! You tell your employees to count these legal acts, because I shall not tell mine to do so.
  De angst van de parlementsleden, de medewerkers en de bevolking moet ernstig genomen worden. The fear of Members, employees and the public should be taken seriously.
  Wat gebeurt er met de outsourcing, met de noodzakelijke externe medewerkers? What is to be done about outsourcing the external employees whom we need?
• bediende
  De bediende weigerde op grond van een interne regel van het betrokken autoverhuurbedrijf. The employee's refusal was merely based on an internal rule of the given car rental office.
• employé
• medewerkster
  Dit is niet mijn vakgebied maar als voormalig medewerkster van de Wereldbank moet ik me het eigen kunnen maken. This is not in my area but I have to pick it up as a former World Bank employee.
• personeelslid
• werkkracht
• werkmens
• werknemer
  Dat is belangrijk voor werknemers. That is important for employees.
  Ja, ik ben solidair met de werknemers van Dell! Yes, I am behind Dell's employees!
  Zelfstandige werknemers is een contradictio in terminis. Independent employees is a contradiction in itself.

Definition of employee

• An individual who provides labor to a company or another person

Examples

• One way to encourage your employees to work harder is by giving them incentives

Related words

• employees
• employees'
• employee pension
• employee of the month
• employee of state
• employee share ownership
• railway employee
• bank employee
• skilled employee