English-Dutch translations for geography

• geografie
  Ik ben bekend met de geografie van Midden-Europa. I am familiar with the geography of Central Europe.
  Na 11 september is de politieke geografie in de wereld radicaal veranderd. After 11 September, the political geography of the world has changed radically.
  Maar over de geografie zal mijn collega Oostlander het woord voeren. However, I shall leave the geography to Mr Oostlander.
• aardrijkskunde
  Servië is niet enkel een deel van de aardrijkskunde van Europa. Serbia is not just a part of Europe's geography.
  Vraagt u uw kind, dat aardrijkskunde leert, waar Turkije ligt. In Europa of Azië? Ask your children who study geography if it is in Europe or in Asia.
  Ik zou bijvoorbeeld astronomie gaan studeren, anderen misschien natuurkunde of aardrijkskunde. I, for instance, would study astronomy, others might study physics or geography.

Definition of geography

• A description of the earth: a treatise or textbook on geography; an atlas or gazetteer
• Terrain: the physical properties of a region of the earth
• Any subject considered in terms of its physical distribution
• The physical arrangement of any place, ''particularly' a house
• The relative arrangement of the parts of anything

Related words

• biogeography
• zoogeography
• phytogeography
• phylogeography
• palaeogeography
• paleogeography
• exogeography
• neogeography
• anthropogeography