English-Dutch translations for item

• agendapunt
  Dat is het volgende agendapunt. That is the next item on the agenda.
  Wat is nu het onderwerp van dit agendapunt? What is this agenda item dealing with?
  Dat is de titel van ons huidige agendapunt. This is the title of our current agenda item.
• artikel
  het bestelde artikel dient binnen 30 dagen te worden geleverd. the item shall be delivered within 30 days.
  Aan de orde zijn de opmerkingen van één minuut overeenkomstig artikel 150. The next item is one-minute speeches under Rule 150.
  Aan welk artikel van het Reglement wilt u refereren, geachte collega? On which item of the agenda do you wish to speak, sir?
• deeltje
• exemplaar
• koppeltje
• object
• post
  Daarom verdient deze post evenwel ook een structurele verhoging. This is why this item deserves a structural increase
  de invoering van begrotingspost 18 05 02 03 (Europese Politiedienst); The creation of budget item 18 05 02 03 (European Police);
  Dat bedrag is echter nog niet als begrotingspost vastgelegd. This amount is not currently entered under any budget item.
• stuk
  Wij zullen dat ook stuk voor stuk bekijken. We shall also be looking at this item by item.
  Vandaag heb ik deze twee stuks gereedschap bij me. I have these two items with me today.
  Het protocol bepaalt dat zij daar voor elk stuk wetgeving een periode van zes weken voor hebben. The protocol set a six-week period for them to do this for any item of legislation.
• voorwerp
  Het resultaat is niet slechter, maar wel goedkoper. Het is dan aan ons te beslissen het duurdere voorwerp alsnog te kopen. The result will not be any worse, just cheaper: it is up to us to decide whether to go ahead and buy the more expensive item anyway.
  Als de verkoper de koper niet over het herroepingsrecht heeft geïnformeerd, kan het gekochte voorwerp tot een jaar na de aankoopdatum worden teruggestuurd. If the vendor has not provided information about the right to withdraw, it will be possible to send back the item for a year after the date of purchase.

Definition of item

• A distinct physical object
• An object that can be picked up for later use
• A question on a test, which may include its answers
• A matter for discussion in an agenda
• Two people who are having a relationship with each other
• A short article in a newspaper
• A hint; an innuendo
• To make a note of
• likewise

Examples

• Tweezers are great for manipulating small items
• the items in a bill
• In response to the first item, we deny all wrongdoing
• The exam has 100 items, each of which includes a correct response and three distractors
• The first item for discussion is the budget for next years picnic
• Jack and Jill are an item
• an item concerning the weather

Related words

• excitement
• incitement
• itemized
• itemize
• parasitemia
• itemise
• bitemark
• melitemia
• whitemaned