English-Dutch translations for jealousy

• afgunst
• jaloersheid
• jaloezie
  Ik denk dat institutionele jaloezie een eigenschap is van middelmatige geesten. I believe that institutional jealousy is a characteristic shared by mediocre individuals.
  Vooral in de Verenigde Staten volgt men met verbazing en jaloezie onze voortvarendheid. This determination is something which the United States, in particular, is following with a measure of astonishment and jealousy.
  Ik - en dat geldt voor velen van ons - ben weliswaar niet verbaasd, maar wel geschokt dat veel ministers van Buitenlandse Zaken het u uit jaloezie moeilijk maken. I, like many of us, am not surprised, but am nonetheless appalled, to see how many of the foreign ministers are making problems for you out of petty jealousy.
• naijver
• ijver
• ijverzucht
• na-ijver
• nijd

Definition of jealousy

• A state of suspicious guarding towards a spouse, lover etc., from fears of infidelity
• Envy towards another's possessions
• A close concern for someone or something, solicitude, vigilance

Related words

• jealous
• jealously
• jealous person
• be jealous
• be jealous of
• professional jealousy