English-Dutch translations for soothing

• geruststellend
  Mevrouw de fungerend voorzitter, uw opmerkingen zijn heel geruststellend, maar ze kunnen ons niet in slaap sussen. President-in-Office of the Council, your comments have indeed been extremely soothing, but they will not suffice to anaesthetise us.
• pijnstillend
• verzachtend
  We moeten uitspreken wat onuitgesproken blijft, de verzachtende woorden en de nietszeggende retoriek achter ons durven laten en de zaken bij hun naam noemen; een crisis is een crisis. It is to dare to go beyond what is left unsaid, the soothing proposals, the Community hangover, and dare to call a spade a spade and a crisis a crisis.

Definition of soothing

• Tending to soothe
• Giving relief
• Freeing from fear or anxiety
• The act by which somebody is soothed

Examples

• soothing music
• a soothing ointment
• soothing words

Related words

• sooth
• soothe
• soothsayer
• soother
• soothsaying
• forsooth
• soothingly
• soothfast
• Kanada) soother