English-Dutch translations for travel

reizen
Vliegen is niet hetzelfde als reizen per bus. Air travel is not the same as bus travel. Het gaat alleen om het recht om te reizen. It is simply a right to travel. Ieder van ons wil, als hij of zij reist, veilig reizen. Each of us, when we travel, wants to travel safely.
reis
Louter vlees heeft niet van de reis te lijden. Meat is not affected by travel. Dat blijkt natuurlijk vooral wanneer mensen op reis gaan. Naturally, this is most evident when people travel. Ik merk dat telkens weer als ik door de lidstaten reis. I meet this all the time when I travel to Member States.

bereizen
verplaatsen
We hebben er geen moeite mee om ons te verplaatsen. We have no problems with travel. De vrijheid om zich voor een kort verblijf te verplaatsen is een essentieel onderdeel ter voorbereiding daarvan. Freedom of short-term travel is a vital part of preparation for that. Hoe moeten zij zich verplaatsen en hoe kunnen zij bewijzen dat zij tot een bepaalde lidstaat horen? How will they travel and how will they prove that they belong to a Member State?

To be on a journey, often for pleasure or business and with luggage; to go from one place to another
To move illegally by walking or running without dribbling the ball
To force to journey
To labour; to travail
The act of traveling; passage from place to place
A series of journeys
An account of one's travels
The working motion of a piece of machinery; the length of a mechanical stroke
Labour; parturition; travail

Soundwaves can travel through water.
I’ve travelled the world.
space travel
travel to Spain
I’m off on my travels around France again.
There was a lot of travel in the handle, because the tool was out of adjustment.
My drill press has a travel of only 1.5 inches.

Dictionary