French-Dutch translations for doux

• zacht
  De zachte hand is niet goed genoeg meer. "Tout doux, tout doux", cet air ne fonctionne plus.
  Deze drie woorden zijn dus erg populistisch van aard om het maar eens zacht uit te drukken. Ces trois arguments sont donc plats et simplement populistes, et j'utilise un doux euphémisme.
• mild
• zoet
  Voor ons smaakt suiker zoet, maar voor de landlozen in Brazilië brengt het spreken over suiker ook de smaak van bloed met zich mee. Pour nous, le sucre est doux, mais au Brésil, les sans-terre parlent du sucre avec un goût d’amertume.
  Op deze voorwaarde zal de zoete droom om 3 procent van het bbp te reserveren voor onderzoek en ontwikkeling wellicht uitkomen. À cette condition, peut-être le doux rêve des 3 % du PIB en R&D deviendra-t-il une réalité?
• bot
• dulcis
• licht
• lief
• liefelijk
• schattig
• stomp
• vlot
• vriendelijk
• zachtaardig
• zachtmoedig
• zachtzinnig
• zoel

Related words

• saindoux
• doux-amer
• aigre-doux
• doux comme une peau de bébé
• doux Jésus
• doux comme un agneau
• doux rêve
• saindoux frit
• tout doux