German-Dutch translations for anwesend

• aanwezig
  Er staat niet "niet in de vergaderzaal aanwezig zijn”, maar "niet meer in de vergaderzaal aanwezig zijn”. Es heißt nicht "im Plenarsaal nicht anwesend sind", sondern "nicht mehr" anwesend sind.
  Mijnheer Wurtz, u was niet aanwezig. Herr Wurtz, Sie waren nicht anwesend.
  Zij zijn overigens zeker hier aanwezig. Sie sind übrigens sicherlich auch hier anwesend.
• present
  Goed, wij noteren u als present. Wir werden Sie als anwesend eintragen.
• tegenwoordig

Related words

• anwesende
• anwesenden
• anwesender