Italian-Dutch translations for apprensione

• angstgevoel
• bedenking
• onbehagen
  Het onbehagen tegenover een dergelijke procedure is al duidelijk voelbaar. L'apprensione nei confronti di queste procedure è molto evidente.
• onzekerheid
  We weten allen waarom: de taalproblemen, de gerechtvaardigde bezorgdheid over de risico's, de onzekerheid over de belastingregelingen, enzovoorts. Sappiamo tutti perché: problemi linguistici, apprensione giustificata rispetto al rischio, scarsa conoscenza dei regimi fiscali, e via dicendo.
• opwinding ongerustheid
• twijfel
  - Mijnheer de Voorzitter, ook ik heb enige twijfels over het verslag-Onesta, ook al heb ik ervoor gestemd. – Signor Presidente, anch’io nutro qualche apprensione in merito alla relazione Onesta, nonostante abbia votato a favore.

Related words

• apprèndere
• apprendere
• disapprendere
• rapprendersi
• apprendista
• apprendimento
• apprendistato
• autoapprendimento
• apprendibile