Spanish-Dutch translations for anfitrión

gastgever
gastheer
Dat zou een veel zwaardere klap voor de Olympische beweging zijn dan het nu kiezen van een nieuwe gastheer voor de Olympische Spelen van 2014. Ello supondría para el movimiento Olímpico un golpe mucho más duro que el tener que elegir ahora un nuevo anfitrión para los Juegos Olímpicos de 2014. Op de tweede plaats: u was gastheer van de bijeenkomst op de Azoren waarop tot de invasie van en de oorlog in Irak werd besloten. En segundo lugar, usted fue anfitrión del encuentro en las Islas Azores que determinó la invasión y la guerra en Iraq. U had kunnen beginnen met het veroordelen van de EU-lidstaten, waarvan alleen Italië als gastheer en Spanje als voorzitter regeringshoofden naar de Top stuurden. Tenía que haber comenzado por condenar a los Estados miembros de la UE, de los cuales únicamente Italia, el país anfitrión, y España, que ocupaba la Presidencia, enviaron a jefes de gobierno.