Spanish-Dutch translations for vez

keer
Hij heeft dit niet één keer gezegd, maar wel vijf keer! No lo ha dicho una sola vez, ¡lo ha dicho cinco veces! Ik hoop dat ze er dit keer wel doorkomen. Espero que esta vez sean aprobadas. Deze keer waren mensen helemaal verloren. Esta vez, el pueblo salió perdiendo.
maal
Nu worden wij voor de zoveelste maal weer met dezelfde situatie geconfronteerd. Ahora estamos enfrentados una vez más a la misma situación. Wij bewegen ons voor de eerste maal in de richting van een wetgevende benadering. Por primera vez, avanzamos hacia un enfoque legislativo. Daarom ben ik blij dat ik een tweede maal het woord mag voeren. Por tanto, me alegro de poder hablar por segunda vez.