Danish-Dutch translations for storm

• bui
• onweer
• bestorming
  Wat was de aanleiding voor de bestorming van de school? Hvad fremprovokerede, at skolen blev stormet?
  Ten eerste: is er eigenlijk iemand gebaat bij de bestorming van deze gevangenis? Det første spørgsmål er, om det overhovedet gavner nogen at storme dette fængsel.
  De recente bestorming van de All Saints Cathedral en het in elkaar slaan van Timothy Ngoja zijn hier maar één voorbeeld van. Den nylige storm på All Saints Cathedral og pryglingen af biskop Timothy Njoya er blot et enkelt eksempel på dette.
• onweersbui
• storm
  Het is niet gemakkelijk te sturen in een storm. Det er ikke let at styre et skib gennem en storm.
  Af en toe slaat die barometer echt wel eens op storm. Ind imellem står dette barometer på storm.
  Twaalfschepen zijn er gezonken of aan de grond gelopentijdens een hevige storm. 12 fartøjer forliste eller grundstødte under en voldsom storm.

Related words

• stormmåge
• snestorm
• stormagasin
• billedstorm
• stormvejr
• billedstormer
• stormfugl
• støvstorm
• hvirvelstorm