Dutch-Czech translations for geloof

• víra
  Víra přetavená v akci zde díky Bohu vedla ke svobodě. Met Gods genade heeft het handelend geloof de vrijheid afgedwongen.
  Již jen jeho víra a jeho slova vyvedla netolerantní režimy z míry. Alleen met zijn geloof en zijn woorden wist hij het onvrije regime aan het wankelen te brengen.
• přesvědčení
  A mé přesvědčení odráží i moje vlastní spotřeba. Mijn eigen consumptie is een afspiegeling van dat geloof.

Related words

• geloofsbelijdenis
• geloofwaardig
• geloofsovertuiging
• ongeloofwaardig
• geloofwaardigheid
• ongelooflijk
• bijgeloof
• geloofspunt
• ongeloof