Dutch-English translations for zij

• she
  She want speedier legislation. She is right. Zij wil snellere wetgeving en daar heeft zij gelijk in.
  In some ways she is ideal, is she not? In sommige opzichten is zij ideaal, nietwaar?
  Thomas Dolby, the lyricist, once sang, 'She blinded me with science'. De lyricus Thomas Dolby zong ooit: "She blinded me with science” ("Zij verblindde mij door wetenschap”).
• they
  They need us, they need Europe. Zij hebben ons nodig, zij hebben Europa nodig.
  They have demonstrated that they can. Zij hebben bewezen dat zij dat kunnen!
  They deserve better than they have had. Zij verdienen beter dan wat zij hebben gekregen.
• he
  They need us, they need Europe. Zij hebben ons nodig, zij hebben Europa nodig.
  They have demonstrated that they can. Zij hebben bewezen dat zij dat kunnen!
  They deserve better than they have had. Zij verdienen beter dan wat zij hebben gekregen.
• side
  Both sectors have a future, side-by-side. Beide sectoren hebben een toekomst, zij aan zij.
  Different labour markets should operate side by side. Verschillende arbeidsmarkten moeten zij aan zij werken.
  Although time is short, it is still on our side. Hoewel de tijd krap is, staat zij nog steeds aan onze kant.
• silk
  The thread made of silk was barely visible

Related words

• bewustzijn
• gelijkzijdig
• magazijn
• azijn
• onzijdig
• zijde
• wijnazijn
• tandzijde
• zijdig