Dutch-French translations for boosheid

• colère
  Monsieur le Président, j'éprouve un mélange de colère et de tristesse. Voorzitter, het is een mengeling tussen boosheid en verdrietig zijn.
  Les gens ont ressenti un sentiment de colère et de désespoir. Er heerste een gevoel van boosheid en wanhoop.
  Il est on ne peut plus normal que notre réponse soit empreinte de colère. Normaal gesproken zou die reactie er een van boosheid moeten zijn.
• courroux
• fureur
• iniquité
• ire
• mauvaise action
• méchanceté
• rage

Related words

• boos
• framboos
• bergframboos
• boosaardig
• boosaardigheid
• prachtframboos
• boosdoener
• booswicht
• booswil