Dutch-French translations for elkeen

• chacun
• tous
  Si nous parlons des coûts, dépêchez-vous tous, pour faire comprendre que vous payez trop, recevez trop peu, devez avoir plus! Als wij over de kosten spreken, staat elkeen klaar om duidelijk te maken dat hij teveel betaalt, te weinig krijgt en meer wil!
• tout le monde
• tout un chacun

Related words

• elke
• telkens
• melken
• melkeppe
• dewelke
• uitmelken
• celkern
• verwelken
• spoelkeuken