Dutch-French translations for informeren

• informer
  On fait tout pour informer le citoyen! Dat alles om de burger te informeren!
  Enfin, je parlerai du fait d'informer les riverains. Dan als laatste punt, Voorzitter, het informeren van de buren.
  Que se passe-t-il dans ce cas pour informer les personnes qui doivent prendre l'avion? Wat wordt er gedaan om de passagiers te informeren voor ze instappen?
• conseiller
  Ce groupe de conseillers devra nous informer sur l'état d'avancement de la recherche et sur les besoins de recherche pour l'avenir. Die adviesgroep moet ons informeren over de stand van het onderzoek en over het onderzoek dat in de toekomst nodig is.
• instruire
• renseigner
  Pourriez-vous, Monsieur le Président, me renseigner? Kunt u mij hierover informeren?

Related words

• informeel
• geïnformeerd
• zich informeren