Dutch-French translations for vaccineren

• vacciner
  Oui, nous voulons vacciner en cas d'apparition d'un foyer de fièvre aphteuse. Ja, we willen vaccineren in geval van MKZ-uitbraak.
  La Commission pourrait-elle expliquer clairement quelles seraient les conséquences économiques de la vaccination et l'avantage de ne pas vacciner ? Zou de Commissie duidelijk kunnen verklaren welke de economische consequenties zijn van vaccineren en wat het opbrengt om niet te vaccineren?
  Byrne aurait pu prendre l' initiative de vacciner les animaux des jardins zoologiques. Byrne had het initiatief moeten nemen om dieren in dierentuinen te vaccineren.

Related words

• vaccin
• vaccinatie
• vaccinatielitteken
• primovaccinatie
• vaccine
• vaccinia
• revaccineren