Dutch-German translations for aanhanger

• Anhänger der
  Herr Präsident, ich bin überzeugter NATO-Anhänger. Voorzitter, ik ben een overtuigd NAVO-aanhanger.
  Ich möchte nicht die Anhänger des "Ja" in Gegensatz zu den Anhängern des "Nein" bringen, Herr de Villiers. Ik wil niet de aanhangers van "ja” tegen de aanhangers van "neen” uitspelen, mijnheer De Villiers.
  Lassen Sie es mich deutlich sagen: Ich bin kein Chávez-Anhänger. Ik zal heel duidelijk zijn: ik ben geen aanhanger van president Chávez.
• Anhängerin die
• Gefolgsmann der
• Handlanger der
• Handlangerin die
• Scherge der

Related words

• aanhangen
• aanhanger van Aristoteles
• trouwe aanhanger