Dutch-German translations for brij

• Brei der
  Und so drehen wir um den heißen Brei. En zo draaien wij om de hete brij heen.
  In Deutschland gibt es das schöne Sprichwort: Viele Köche verderben den Brei. Een spreekwoord zegt: veel koks bederven de brij.
  Aber ich sage Ihnen: Auf Brei mag das Sprichwort zutreffen, jedoch nicht auf unsere Küsten. Ik moet hun echter zeggen dat dit misschien opgaat voor de brij, maar niet voor de kusten.
• Glibber der
• Grütze die
• klebriges Zeug das
• Klebstoff der
• Papp der
• Schmiere die
• Soße die

Related words

• verbrijzelen
• koninginnenbrij
• sneeuwbrij
• rijstebrij
• uitbrijden
• verbrijden
• gortebrij
• balkenbrij
• spijsbrij