Dutch-German translations for hout

• Holz das
  Holz stellt eine erneuerbare Energiequelle dar. Hout is een hernieuwbare energiebron.
  Holz wächst nach, Holz verrottet und fügt sich in den Naturkreislauf wieder ein, wie es entstanden ist. Hout groeit bij, hout verrot en wordt opgenomen in de kringloop van de natuur.
  Holz ist ein erneuerbarer Rohstoff. Hout is een hernieuwbare natuurlijke hulpbron.
• Bauholz das
  Die Kommission muss möglichst bald analysieren, welche Möglichkeiten es gibt, mit weiteren Vorschriften die Importe illegal geschlagenen Bauholzes einzuschränken. De Commissie moet zo spoedig mogelijk een analyse voorleggen van de mogelijkheden voor uitbreiding van de wetgeving, teneinde de export van hout afkomstig van illegale kap te kunnen beperken.

Related words

• houtblazer
• houtsnip
• houtduif
• houtblok
• appelbomenhout
• aanmaakhout
• kersenhout
• houtsoort
• brandhout