Dutch-German translations for kalf

• Kalb das
  Das war "nüchtern Kalb", wie man bei uns sagte. Wij noemden dat "nuchter kalf".
  Es zeichnete sich dadurch aus, dass es weißes Fleisch war, weil das Kalb bis dahin nur Milch getrunken hatte. Het kenmerkende van dat vlees was dat het wit was, omdat het kalf alleen nog maar melk had gedronken.
  Die Kommission schlägt vor, die Größe der Buchten anhand der Größe des Kalbs zu ermitteln. De Commissie stelt voor de minimale grootte van de hokken aan de hand van de grootte van het kalf vast te stellen.
• Bullenkalb das
• Kuhkalb das
• Oberlicht das

Related words

• kalfsvlees
• stierkalf
• hertekalf
• kalfaten
• kalfateren
• hertenkalf
• kalfsoog
• kalfsvel
• reekalf