Dutch-German translations for lafheid

• Ängstlichkeit die
• Feigheit die
  Ich schäme mich für unsere Einfältigkeit und Feigheit. Ik schaam mij voor onze onnozelheid en lafheid.
  Unsere Feigheit wird ihnen nicht helfen; unsere Feigheit wird uns gewiss keinen halben Schritt auf dem Weg zur Demokratie voranbringen. Zij zijn niet geholpen met onze lafheid. Onze lafheid brengt ons bovendien nog geen halve stap vooruit op de weg naar de democratie.
  Geschah das aus Feigheit vor der UdSSR oder aus Gefälligkeit? Uit lafheid ten opzichte van de USSR of uit inschikkelijkheid?
• Kleinmut der

Related words

• lafhartig
• lafhartigheid
• lafhartige