Dutch-German translations for niet-roker

• Nichtraucher der
  Es sind nicht nur Nichtraucher, die das für falsch halten. Niet alleen niet-rokers vinden dit verkeerd.
  Vielen Dank, Frau Banotti, dass Sie sich für die Interessen der Nichtraucher einsetzen. Hartelijk dank, mevrouw Banotti, dat u opkomt voor de belangen van de niet-rokers.
  Herr Präsident, mein Hüsteln hat der Nichtraucher Janssen van Raay den Rauchern zu verdanken. Mijnheer de Voorzitter, mijn gekuch heeft niet-roker Janssen van Raay te danken aan anderen die roken.
• Nichtraucherin die

Related words

• niet-
• niet-biologisch
• niet-kiemend
• niet-vliegend
• niet-professioneel
• niet-nakoming
• niet-Joods
• niet-bedreigend
• niet-bedreigende
• niet-bestaand