Dutch-German translations for roep

• Ruf der
  Dieser Bericht ist wieder einmal ein Ruf nach Aufmerksamkeit. Dit verslag is een hernieuwde roep om aandacht.
  Dort nämlich wird der Ruf nach Unabhängigkeit lauter. Daar klinkt de roep om onafhankelijkheid immers luider.
  Beispielsweise in Belgien, wo der Ruf nach flämischer Unabhängigkeit immer lauter wird. Neem nu België, waar de roep naar Vlaamse onafhankelijkheid steeds luider klinkt.
• Brüllen das
• lauter Ruf der
• lauter Schrei der
• Name der
  Ich möchte ganz klar sagen, dass ich an die griechischen Kollegen appelliere, in der Namensfrage endlich einzulenken. Ik wil een duidelijke boodschap afgeven: ik roep onze collega's van Griekenland op om eindelijk concessies te doen in de naamskwestie.

Related words

• roepen
• groep
• beroep
• troep
• roepnaam
• roeping
• omroep
• uitroepteken
• subgroep