Dutch-German translations for spelen

• spielen
  Wir sollten aufhören, mit Worten zu spielen. Laten we ophouden woordspelletjes te spelen.
  Bei den Olympischen Spielen ging es noch nie ausschließlich um Sport. De Olympische Spelen hebben zich nooit uitsluitend tot sport beperkt.
  Wollen wir überhaupt eine Rolle spielen? Willen we überhaupt een rol spelen?
• abspielen
  In demselben Änderungsantrag wurde außerdem das Abspielen der europäischen Hymne bei diesen Spielen gefordert. In datzelfde amendement was ook voorgesteld om voor die wedstrijden het Europese volkslied te spelen.
  Das sind entsetzliche Dinge, die sich im 21. Jahrhundert abspielen. Hier sind wir in der Verpflichtung. Deze vreselijke gebeurtenissen spelen zich af in de 21e eeuw. Dat verplicht ons.
• zocken

Related words

• lispelen
• klaarspelen
• valsspelen
• doorspelen
• bespelen
• gelijkspelen
• toneelspelen
• meespelen
• afspelen