Dutch-German translations for uitbreiding

• Ausdehnung die
  Die Vertiefung und die Ausdehnung gehen Hand in Hand. Uitbreiding en uitdieping gaan hand in hand.
  Betrifft: Ausdehnung der Kürzungen auch auf den Privatsektor Betreft: Uitbreiding van de bezuinigingen naar de private sector
  Über die Ausdehnung des Flüchtlingsstatus muß man sich auch den Kopf zerbrechen. De uitbreiding van de status van vluchteling stemt eveneens tot nadenken.
• Erweiterung die
  Sind wir für die Erweiterung, ohne zu vertiefen, oder sind wir für die Erweiterung durch Vertiefung? Kiezen we voor een uitbreiding zonder verdieping of voor een uitbreiding met verdieping?
  Punkt 1: Wir sollten klar sagen, dass eine Erweiterung auch eine Erweiterung ist. Punt 1: Laten we een uitbreiding nu gewoon een uitbreiding noemen.
  Erweiterung: Natürlich müssen wir uns auf die Erweiterung vorbereiten. De uitbreiding: natuurlijk moeten wij ons voorbereiden op de uitbreiding.

Related words

• uitbreiden
• ouitbreiden
• gezinsuitbreiding
• zich uitbreiden
• bij uitbreiding