Dutch-German translations for zenuwachtig

• nervös
  Nach mehreren Monaten wird die Bank nervös. Na een aantal maanden wordt de bank zenuwachtig.
  Als es dann 3.500 waren und Herr Metten nervös wurde, mußte in der Tat etwas geschehen. En toen er 3500 waren en de heer Metten zenuwachtig werd, toen moest er inderdaad iets gebeuren.
  Einige sind nervös und sagen, lasst uns einfach ein praktisches Instrumentarium ("toolbox") schaffen. Sommigen van ons maken zich zenuwachtig en zeggen: "Laten we gewoon het idee van een 'gereedschapskist' of 'instrumentarium' gebruiken".
• bockig
• borstig
• gereizt
• launenhaft
• launisch
• leicht reizbar
• verdrießlich
• zickig

Related words

• zenuwachtige
• zenuwachtigheid
• zenuwaanval