Dutch-Lithuanian translations for naar

• į
  Pažiūrėkite į Italiją, pažiūrėkite į Lampedūzą. Kijk naar Italië, kijk naar Lampedusa.
  Kitaip tariant, žiūrėkite į Iraną, o ne į Japoniją. Met andere woorden, kijk naar Iran, niet naar Japan.
  Mano nuomone, čia mes einame į du kraštutinumus. Naar mijn mening bewegen we ons hier te veel naar twee uitersten.
• klausyti
  Aš toliau stengsiuosi jus išklausyti. Ik zal naar u blijven luisteren.
  Esu pripratęs klausytis Parlamento. Ik luister altijd naar het Parlement.
  Man visada įdomu klausytis Nigelo Farage. Luisteren naar de heer Farage is altijd leuk.

Related words

• eigenaar
• winnaar
• landeigenaar
• lessenaar
• leugenaar
• leugenaarster
• molenaar
• ambtenaar
• moordenaar