Dutch-Polish translations for aansporen

• namawiać
• rugać
• zachęcać
  Powinniśmy zachęcać państwa członkowskie do bardziej rygorystycznych działań w tym obszarze. We moeten de lidstaten aansporen om strenger te zijn op dit gebied.
  Musimy zachęcać Turcję do kontynuowania tego procesu reform z wielkim zapałem. We moeten Turkije aansporen om dit hervormingsproces met al zijn ziel en zaligheid door te zetten.
  Musimy zachęcać państwa członkowskie do przyjęcia tych wytycznych, aby pomóc MŚP w czasie kryzysu. We moeten de lidstaten aansporen de richtsnoeren van deze Wet over te nemen om het MKB in deze crisis een helpende hand te bieden.
• zrugać

Related words

• aanspreken
• aanspraak
• aansprakelijk
• aanspannen
• aanspreekbaar
• aanspreekvorm
• aansporing
• onaansprakelijk
• aanspitsen