Dutch-Polish translations for annuleren

• anulować
• cofnąć
• odwołać
  Dlatego gwoli informacji podkreślam, że choć wizyta delegacji w Iranie została odwołana, to Parlament powinien odwołać ją już wcześniej. Bij wijze van informatie wil ik er daarom op wijzen dat dat bezoek van de delegatie geannuleerd is en dat het Parlement eigenlijk al eerder actie had moeten ondernemen om het bezoek te annuleren.
• przerwać
• unieważniać
  Oznacza to, że urzędnicy EULEX mogą unieważniać zwykłe uchwały przyjmowane przez kosowskie władze. Dat betekent dat EULEX-ambtenaren gewoon besluiten van de Kosovaarse autoriteiten kunnen annuleren.

Related words

• geannuleerd
• annulering
• iets annuleren