Dutch-Polish translations for nabijheid

• bliskość
  Jednakże bliskość ta dotyczy również naszej instytucji. Deze nabijheid wordt mede bewerkstelligd via ons Parlement.
  Przejrzystość, bliskość, dobra administracja, kultura służby publicznej - oto nasza dewiza. Transparantie, nabijheid, behoorlijk bestuur, cultuur van dienstbaarheid, dat zijn de begrippen waar het om draait.
  Parafrazując pewnego francuskiego socjologa, granica jest obiektem politycznym stwarzającym dystans tam, gdzie istnieje bliskość. Om met de woorden van een Franse socioloog te spreken: de grens is een politiek object dat afstand schept waar sprake is van nabijheid.
• pobliże

Related words

• nabij
• nabije
• nabijgelegen
• nabijkomen
• Nabije Oosten
• nabije buitenland
• bij nabij
• om en nabij
• in de nabijheid