Dutch-Polish translations for nationaliteit

• narodowość
  Swoją drogą, narodowość nigdy nie stanowiła problemu podczas współpracy z bankami. Overigens was nationaliteit nooit een punt in de samenwerking met de banken.
  Obejmuje to: "zakaz podżegania do nienawiści ze względu na rasę, płeć, religię czy narodowość”. Hiertoe behoort ook een verbod op het aanzetten tot haat op grond van ras, geslacht, godsdienst of nationaliteit.

Related words

• nationalisme
• nationalisering
• nationalist
• nationalistisch
• homonationalisme
• femonationalisme
• feminationalisme
• nationaliseren
• internationalisme