Dutch-Spanish translations for aankijken

• mirar
  Francamente, ¿cuántos de nosotros son capaces ahora de mirar a los ojos al electorado? Zeg eens eerlijk, hoeveel van ons kunnen de kiezer op dit moment recht aankijken?
  Pregunten a la población europea por qué las cosas están como están y ésta mirará al mensajero y terminará sonriendo, porque, al final, no hay ningún impuesto sobre el sentido del humor. Zij zullen de boodschapper aankijken en uiteindelijk glimlachen, want je betaalt per slot van rekening geen belasting over je gevoel voor humor.
  Cuando consigamos resolver esa ecuación, posiblemente los ciudadanos puedan mirar con más simpatía y con una mentalidad más técnica la cuestión de la condición de economía de mercado de China. Wanneer we dat gedaan weten te krijgen, zullen de mensen misschien positiever en meer vanuit een technisch gezichtspunt tegen het vraagstuk van de markteconomiestatus voor China aankijken.

Related words

• aanknopen
• aankomen
• aanklagen
• aankoop
• aanklager
• cyaankleurig
• aankleden
• aankondigen
• aanklampen
• aankruisen