Dutch-Spanish translations for garage

• garaje
  El mando del videojuego no es equivalente a una hora con el abuelo en el garaje. De joystick is geen equivalent voor een uur dat met opa wordt doorgebracht in de garage.
  Así por ejemplo, Philips inventó la bombilla en su casa y Bill Gates comenzó a desarrollar software en su garaje. Zo vond Philips thuis de gloeilamp uit en begon Bill Gates in zijn garagebox met het ontwikkelen van software.
• taller
  Para tener un buen coche, señor Van Mierlo, se necesita un buen taller. Om een goede wagen te hebben, mijnheer Van Mierlo, heb je een goede garage nodig.
  Sin embargo, a menudo el taller oficial más cercano se encuentra a cientos de kilómetros de distancia. Vaak is de dichtstbijzijnde geautoriseerde garage echter honderden kilometers weg.
  Nuestro objetivo consiste en garantizar el acceso a la información sobre reparaciones por los talleres independientes. Het is onze doelstelling de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie voor onafhankelijke garages veilig te stellen.

Related words

• parkeergarage
• garageverkoop
• autogarage
• garagedeur
• garagepoort