Dutch-Spanish translations for schrijven

escribirHemos empezado a escribir historia. We zijn begonnen om geschiedenis te schrijven. Escribir esto o no escribir nada en absoluto es exactamente lo mismo. Dat of niets schrijven komt op hetzelfde neer. Es difícil escribir poco y bien. Het is moeilijk om weinig en goed te schrijven.
anotar

apuntar
escritoHe tomado nota de ello y esperamos a su escrito. Ik heb daarvan nota genomen. Wij wachten op uw schrijven. Usted puede dirigirse por escrito a los servicios del Parlamento para que corrijan sus palabras. U kunt naar de diensten schrijven zodat uw woorden gecorrigeerd worden. Tengo la intención de presentar un escrito apropiado al respecto, señor Presidente. Ik zal hierover een passende brief schrijven, mijnheer de Voorzitter.
escrituraEsta base de conocimientos comprende las técnicas culturales, la lectura, el cálculo y la escritura. Deze basis bestaat onder andere uit culturele vaardigheden, lezen, schrijven en rekenen. Me refiero ahora al tema de la recomendación a los países miembros sobre la enseñanza de la lectura y la escritura y el acceso a las aptitudes básicas. Dan kom ik nu bij de aanbeveling aan de lidstaten met betrekking tot het onderwijs in lezen en schrijven en de toegang tot de fundamentele vaardigheden. Los Estados miembros tienen que integrar esta prioridad para adquirir las competencias básicas (lectura, escritura, aritmética) en sus programas educativos antes de que sus alumnos se especialicen. De lidstaten dienen deze prioritaire verwerving van basisvaardigheden (lezen, schrijven, rekenen) in hun opleidingsprogramma op te nemen, voordat hun leerlingen zich specialiseren.

Dictionary