Dutch-Spanish translations for titel

• título
  Señor Presidente, el título del informe induce a error. – Mijnheer de Voorzitter, de titel van dit verslag is misleidend.
  El último punto se refiere al título. Mijn laatste opmerking betreft de titel.
  Creo que el primer título era bueno. Mijns inziens voldeed de eerste titel prima.
• diploma
  El sistema general de reconocimiento de los diplomas y otros títulos de formación se adoptó en 1989 (entre 1991 y 1994, 11.000 personas obtuvieron el reconocimiento de su diploma). Het algemeen stelsel van erkenning van diploma's en andere titels werd in 1989 aangenomen (tussen 1991 en 1994 hebben 11.000 personen de erkenning van hun diploma verkregen).
• prefacio

Related words

• wereldtitel
• titelhouder
• betitelen
• ondertitel
• titelen
• ondertitelen
• getiteld
• werktitel
• titelplaat