Dutch-Spanish translations for vakantie

  • vacacionesEstaba de vacaciones, bañándome en la playa. – Ik was op vakantie, aan zee. Así, en Dinamarca se paga casi un 25 % de IVA sobre los gastos de vacaciones. Zo betaalt men in Denemarken bijna 25 % BTW op de vakantie-uitgaven. Nadie va de vacaciones a Auschwitz o a un gulag. Gaat er soms iemand op vakantie naar een goelag of naar Auschwitz?
  • descansoLo mismo es aplicable a los innumerables viajeros de vacaciones que pierden parte de su descanso por culpa de los retrasos en los vuelos. Hetzelfde geldt voor de talloze vakantiegangers die een deel van hun welverdiende vakantie verliezen ten gevolge van vertraagde vluchten. Todos los ciudadanos tienen derecho a disfrutar de sus vacaciones en el periodo que consideren oportuno y que les proporcione un mejor descanso. Iedereen heeft het recht om vakantie te houden op het moment dat het hem het beste uitkomt en de mogelijkheden om te ontspannen optimaal zijn. Casi todas las personas fallecidas eran discapacitadas o ancianas y estaban en clínicas de reposo o residencias para la tercera edad o estaban de descanso mientras sus familias estaban de vacaciones. Bijna alle mensen die zijn gestorven, waren gehandicapt of ouder en woonden in een verpleeg- of verzorgingshuis, of ze verbleven in een opvang terwijl hun familie op vakantie was.
  • vacación

Trending Searches

Popular Dictionaries

DictionaryPro.net

DictionaryPro.net is a free online dictionary with more than 14 million translations.

Terms of Use   Privacy Policy   Cookies   Contact Us

Auf DeutschEn españolPå svenskaSuomeksiEestikeelne

Mindmax
Content is based on Wiktionary articles.
Text is available under Creative Commons Attribution-ShareAlike license.
© 2004-2024 DictionaryPro.net