Dutch-Spanish translations for volk

pueblo¿Tienen los belgas un pueblo, tienen los suizos un pueblo, tienen los españoles un pueblo? Hebben de Belgen één volk, hebben de Zwitsers één volk, hebben de Spanjaarden één volk? Para que exista poder del pueblo, debe existir el pueblo. Voor macht van het volk is een volk nodig. Europa no es un pueblo, sino varios pueblos. Europa is geen volk, het bestaat uit verschillende volken.
gente¿Se escucha la voz de la gente? Luistert de EU naar de stem van het volk? En una democracia, es la gente quien decide. In een democratie beslist het volk. En la UE se está eliminando al amordazar a la gente. In de EU wordt zij gesmoord door het volk de mond te snoeren.

naciónPues bien, hemos averiguado que España es una nación Europea. Nou, we hebben ontdekt dat Spanje een Europees volk is. Cada nación tiene derecho a su propio país. Elk volk heeft het recht op zijn eigen land. No se puede reprimir eternamente el deseo de libertad de una nación. Van geen enkel volk kan men de vrijheidsdrang tot in de eeuwigheid onderdrukken.
enjambre

Dictionary